De nieuwe robotnorm: wat betekent dit voor cobots?

De automatiseringswereld evolueert razendsnel en met de opkomst van collaboratieve robots (cobots) worden ook de normen rond robotveiligheid aangepast. De ISO 10218-1:2025 en ISO 10218-2:2025 bevatten belangrijke wijzigingen die van invloed zijn op hoe cobots worden ingezet in productieomgevingen.

Maar wat betekent dit concreet voor bedrijven die cobots willen implementeren? Is een cobot nog steeds een ‘veilige’ robot of zijn er extra maatregelen nodig?

In dit artikel analyseren we de belangrijkste wijzigingen en leggen we uit wat dit betekent voor je industrie.

Waarom werden de robotnormen aangepast?

Cobots worden vaak gepresenteerd als volledig veilige robots die zonder afscherming naast mensen kunnen werken. Maar veiligheid is geen standaard eigenschap van een robot—het is afhankelijk van de applicatie waarin de robot wordt gebruikt. Daarom hebben de nieuwste ISO-normen een meer gestructureerde aanpak geïntroduceerd om de veiligheid van cobots te beoordelen en te implementeren.

De belangrijkste redenen voor de aanpassing van de norm:

  • Snellere adoptie van cobots: cobots worden steeds vaker gebruikt, wat vraagt om heldere veiligheidsrichtlijnen.
  • Meer variatie in cobottoepassingen: van pick-and-place tot assemblage, cobots worden in diverse industrieën ingezet.
  • Behoefte aan betere risicobeoordeling: niet elke cobot is in elke omgeving veilig; de toepassing bepaalt het risico.
  • Integratie van ISO/TS 15066: de oude technische specificatie over collaboratieve robots is nu verwerkt in de ISO 10218-serie.

Wat zijn de belangrijkste wijzigingen?

De ISO 10218-1:2025 richt zich op de veiligheidseisen voor robots zelf, terwijl ISO 10218-2:2025 ingaat op de veiligheid van robotapplicaties en integratie in productielijnen. De voornaamste veranderingen zijn:

  • Nieuwe classificatie van robots
    • Robots worden nu onderverdeeld in Class I en Class II, waarbij Class I striktere veiligheidsvereisten heeft.
    • Cobots vallen vaak onder Class I, wat betekent dat ze aanvullende veiligheidsmaatregelen vereisen.
  • Aanvullende risicobeoordeling voor cobots
    • Power and Force Limiting (PFL) moet strikter worden gecontroleerd.
    • Speed and Separation Monitoring (SSM) is verder uitgewerkt en vereist een duidelijk gedefinieerde afstand tussen mens en cobot.
    • Druktesten zijn verplicht om aan te tonen dat de kracht van de cobot binnen de wettelijke limieten blijft. Promation is als één van de weinige bedrijven gecertificeerd om deze testen uit te voeren, wat een extra garantie biedt op veilige cobottoepassingen.
  • Meer focus op cybersecurity
    • Robots worden steeds vaker verbonden met netwerken en dat brengt nieuwe risico’s met zich mee.
    • ISO 10218-1 bevat nu specifieke eisen voor beveiliging tegen cyberaanvallen.
  • Duidelijkere richtlijnen voor veiligheidsfuncties
    • Meer nadruk op het correct valideren van veiligheidsfuncties in cobotapplicaties.
    • Bijvoorbeeld: een cobot die met een gevaarlijke grijper werkt, heeft mogelijk toch een fysieke afscherming nodig.

Wat betekenen de robotnormen voor je bedrijf?

Als jouw bedrijf cobots wil implementeren of al gebruikt, zijn er enkele belangrijke aandachtspunten:

  • Een cobot is niet automatisch veilig: de toepassing bepaalt of een cobot veilig is, niet alleen de robot zelf.
  • Risicobeoordeling wordt nog belangrijker: bedrijven moeten gedetailleerd in kaart brengen welke gevaren er zijn en hoe deze kunnen worden geminimaliseerd.
  • Veiligheidsfuncties moeten gevalideerd worden: het is niet langer voldoende om te vertrouwen op de ingebouwde veiligheidsmaatregelen van een cobot; een extra validatie is vereist.
  • Druktesten zijn belangrijk: om te voldoen aan de norm, moeten bedrijven verplichte druktesten uitvoeren op cobots om de krachtlimieten te verifiëren. Promation is als één van de weinige bedrijven gecertificeerd om deze testen correct uit te voeren.
  • Cybersecurity wordt een aandachtspunt: bedrijven moeten maatregelen nemen om hun robotsystemen te beschermen tegen hackers en cyberdreigingen.
Werknemers aan de Cotender robot

Enkele praktische voorbeelden

Een cobot zonder fysieke afscherming

Een bedrijf gebruikt een cobot om lichte producten in dozen te plaatsen. Omdat de cobot geen gevaarlijke grijper heeft en werkt met Power and Force Limiting (PFL), kan deze zonder afscherming opereren. De nieuwe norm vereist echter dat de kracht en snelheid expliciet worden gevalideerd en dat eventuele botsingen worden getest volgens gestandaardiseerde methodes.

Een cobot in een gecombineerde productielijn

Een fabrikant gebruikt een cobot om onderdelen aan te leveren aan een klassieke industriële robot. Hoewel de cobot veilig werkt, kan de interactie met de industriële robot extra risico’s met zich meebrengen. De nieuwe norm stelt dat Speed and Separation Monitoring (SSM) correct moet worden ingesteld en dat operators op een veilige afstand blijven.

Een cobot met een gevaarlijke grijper

Een cobot wordt gebruikt om metalen onderdelen te hanteren met een pneumatische grijper. Hoewel de cobot zelf veilig is, kan de grijper letsel veroorzaken. Volgens de nieuwe norm is een aanvullende afscherming of noodstopfunctie verplicht.

De robotnormen in een notendop

De nieuwe ISO 10218-normen maken duidelijk dat veiligheid bij cobots niet vanzelfsprekend is. Bedrijven moeten hun cobottoepassingen kritisch evalueren, extra risicobeoordelingen uitvoeren en waar nodig aanvullende veiligheidsmaatregelen nemen.

Druktesten zijn nu verplicht om aan te tonen dat cobots voldoen aan de wettelijke krachten. Promation is als één van de enige bedrijven gecertificeerd om deze testen uit te voeren, wat extra zekerheid biedt aan bedrijven die met cobots willen werken.

Stijn Provoost

Ga voor veiligheid en zekerheid!

Bij Promation helpen we bedrijven bij het implementeren van veilige en efficiënte cobotsystemen.